Opdracht 7: gedichtanalyse
09-01-2015 18:27Tonnus Oosterhoff (Leiden, 18 maart 1953) is een Nederlands dichter en schrijver.
Thema’s:
Zijn oeuvre kenmerkt zich door een onderkoelde humor en verraadt de neiging zichzelf met ieder boek radicaal te willen vernieuwen.
Oosterhoff verstoort consequent het verhalende en betogende, en hij laat zijn personages over aan verwarring, hevige emoties en onthechting van hun dagelijks leven.
In de vier verhalen die “Dans zonder vloer” (2003) vormen, staat het verlies van geheugen centraal, en hoe dat de waarneming - en ook de werkelijkheid - beïnvloedt.
Belangrijke Bundels:
Boerentijger, Het Dikke hart, Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen.
Belangrijke prijzen:
1990 - C. Buddingh'-prijs voor Boerentijger
1995 - Multatuliprijs voor Het dikke hart
2012 - P.C. Hooft-prijs voor het gehele poëtische oeuvre
De Bezige Bij. Tonnus Oosterhoff. (De Bezige Bij, 2011). Opgeroepen op 25 december 2014, van De Bezige Bij: https://www.debezigebij.nl/web/Auteurs/Auteur/Tonnus-Oosterhoff-4.htm
Wikipedia. Tonnus Oosterhoff. (Wikipedia, 11-12-2014). Opgeroepen op 25 december 2014, vie Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Tonnus_Oosterhoff
(2014). Opgeroepen op 25 december 2014, via tonnusoosterhoff: https://www.tonnusoosterhoff.nl/menu/index.html
Geheim agent
Alles heb ik geregeld: de valse naam
en het hotel waar niemand ons zou zoeken.
Zijn spierkracht, dat hij klein was, niet veel sprak,
zijn gladde bruine zolen heb ik zelf bedacht.
De rust waarmee hij alles met me deed
om me tot een bekentenis te dwingen.
Stroomstoot, ijslikeur, bamboe, valse hoop:
hij was een meester in het derdegraads verhoor.
Toen ik vertrok had ik gezworen wat hij wou.
Ik had gemoord, verraden en gelogen,
en meer getierd dan hij ooit had gehoord
en toegegeven: deze ontmoeting vond nooit plaats.
uit: 'Boerentijger', 1990.
Analyse
Titel
De man is vermoedelijk een geheime agent. De ontmoeting vindt plaats in een hotelkamer waar niemand hen zal vinden en de ontmoeting heeft nooit plaatsgevonden. De man martelt de vrouw fysiek en mentaal. Hij is een meester in het derdegraadsverhoor
Lyrisch-ik
Het lyrisch-ik is de vrouw die de ontmoeting heeft georganiseerd. Ze spreekt tegen de lezer over wat er is gebeurd en dat de ontmoeting geheim was en dus nooit heeft plaatsgevonden.
Thema
Het gaat over een vrouw die een afspraak heeft geregeld met
een geheime agent (= titel) onder een valse naam. Ze is fysiek en mentaal gemarteld geweest door de man
tijdens een overhoring.
Ze heeft moeten moorden, verraden en liegen. Ze heeft de ontmoeting zelf
georganiseerd. Een hotelkamer was geboekt, waar niemand hen zou zoeken
en de ontmoeting heeft nooit plaatsgevonden.
De vrouw heeft een aantal kenmerken van de man zelf verzonnen (spierkracht,
hij was klein, sprak niet veel).
Vorm, vers en stofebouw
Het gedicht bestaat uit 3 verzen, telkens 4 regels. Het zijn geen kwatrijnen want er is geen vast rijmschema.
Beeldspraak, stijlfiguur en symbolen
Een mogelijkheid is dat het gedicht een metafoor is voor het vreemdgaan van de vrouw van de dichter. De vrouw regelt zelf de afspraken met haar minnaar (de geheime agent). Niemand mag hier iets van weten dus gebruikt ze een valse naam voor het boeken van een hotelkamer. De vrouw verzint de kenmerken van haar minnaar omdat deze de kenmerken van haar huidige partner zijn.
Rijm en klank
Er wordt amper gerijmd in het gedicht.
In de eerste strofe rijmt in de derde regel “spierkracht” met “bedacht”, wat op het einde van de vierde regel staat.
In de derde strofe rijmt in de tweede regel “gemoord” met “gehoord”, wat op het einde van de derde regel staat.